Houding van de autoriteiten ten aanzien van migratie

Französisch

Dit rapport beschrijft de houding van de Venezolaanse autoriteiten ten opzichte van migratie. De informatie geeft weer hoe de autoriteiten kijken naar de vele vluchtelingen en migranten die Venezuela verlaten hebben en hoe ze reageren op de terugkeer van hun onderdanen na een verblijf in het buitenland.

Dit onderzoek bestaat uit vier hoofdstukken en omvat de periode van begin 2020 tot oktober 2021. Het onderzoek werd afgesloten op 20 oktober 2021.

De Venezolaanse vluchtelingencrisis is in september 2021, na de Syrische, de tweede grootste ter wereld. Deze COI Focus gaat na hoe de Venezolaanse autoriteiten aankijken tegen deze grootschalige migratie en wat hun houding is ten aanzien van zowel vetrekkers als terugkeerders.

Uit de geraadpleegde bronnen blijkt vooreerst dat de houding van de autoriteiten ten aanzien van deze migratie ambigu is. Langs de ene kant doen ze de grote aantallen vertrekkende migranten af als verzinsels en propaganda. Langs de andere kant schilderen ze de migranten graag af als mensen die misleid werden door de kapitalistische landen en die na hun vertrek vaststellen dat ze werden bedrogen. Onder andere via haar terugkeerprogramma Vuelta a la Patria werpen de autoriteiten zich graag op als degenen die deze misleide migranten terugbrengen naar hun vaderland. Uit de cijfers blijkt evenwel dat dit terugkeerprogramma slechts een beperkt succes kent. Wel toont de geraadpleegde informatie aan dat sinds de coronacrisis terugkerende migranten door de autoriteiten en een deel van de bevolking als potentiële bronnen van besmetting gezien worden en dat de retoriek en behandeling van terugkeerders verhardde. Zo werden ze op verschillende momenten als bioterroristen bestempeld door de autoriteiten.

Deze COI Focus gaat eveneens na of de migranten en vluchtelingen uit Venezuela het risico lopen om te worden gemonitord door de Venezolaanse autoriteiten indien ze in het buitenland oppositieactiviteiten uitvoeren. De geraadpleegde bronnen geven duidelijk aan dat er sprake is van dergelijke monitoring in Colombia. Op verschillende tijdstippen en plaatsen gaven de Colombiaanse autoriteiten aan dat Venezolaanse spionnen werden aangetroffen. Wat betreft de monitoring in Europa is de informatie minder duidelijk. In Spanje werden wel degelijk spionnagepraktijken vastgesteld die zich richten op de Venezolaanse diaspora. Maar voor België kon geen dergelijke informatie worden gevonden. Uit de informatie die contactpersonen verschaffen komt naar voren dat het niet zozeer de locatie is waar Venezolaanse migranten en vluchtelingen zich bevinden die bepalend is of de regering aan surveillance doet of niet, maar eerder het profiel van de persoon in kwestie. De geraadpleegde bronnen benadrukken daarbij dat vooral personen die een politieke bedreiging vormen voor het regime, zoals hooggeplaatste politici en journalisten, een doelwit vormen van surveillance in het buitenland.

De terugkeercijfers voor de periode 2020-2021 worden sterk beïnvloed door de beperkende maateregelen die wereldwijd werden genomen om de verspreiding van het coronavirus te voorkomen. Gesloten grenzen zowel over land als via de luchthaven maakten dat er veel minder personen konden terugkeren naar Venezuela. Omwille van de penibele socio-economische situatie waarin vele Venezolanen zich in Colombia bevonden, vond hier toch een beperkte terugkeer van zo’n 140.000 personen plaats. Deze mensen werden eerst opgevangen in zogenaamde terugkeercentra waar ze moesten worden getest op COVID-19. Verschillende mensenrechtenorganisaties klaagden de slechte omstandigheden in deze centra aan en wezen op intimidatie door de ordediensten. Uit de Verenigde Staten vond evenmin amper terugkeer plaats omwille van het feit dat er geen commercieel vliegverkeer tussen beide landen mogelijk is en er geen terugname-akkoord is. Sinds begin 2021 krijgen de Venezolanen die hier vóór maart 2021 aankwamen ook een tijdelijke verblijfsvergunning. Ook uit de (weinig) beschikbare cijfers uit Europa blijkt dat er de afgelopen periode amper terugkeer naar Venezuela plaatsvond.

Verschillende bronnen wijzen op het feit dat het profiel dat iemand heeft en de mogelijke dreiging die deze persoon voor de huidige regering vormt, maken of deze persoon problemen kan ondervinden bij terugkeer. Cedoca vond in de door haar geraadpleegde bronnen geen concrete gevallen van personen die problemen ondervonden omwille van een verblijf of een asielaanvraag in het buitenland. Ook andere bronnen wijzen erop dat de informatie hierover schaars is. Een contactpersoon wijst op een arrestatie van een gedeporteerde Venezolaan uit Chili. Andere mogelijke problemen na terugkeer hebben te maken met de slechte humanitaire en socio-economische situatie waarin Venezuela de laatste jaren verkeert en eveneens de toegenomen mogelijkheid dat hun eigendommen tijdens hun afwezigheid in beslag worden genomen.

Policy

La politique définie par le commissaire général se fonde sur une analyse approfondie d’informations récentes et détaillées sur la situation générale dans le pays. Ces informations ont été recueillies de manière professionnelle auprès de diverses sources objectives, dont le Bureau européen d’appui en matière d’asile, le Haut-Commissariat aux réfugiés des Nations unies, des organisations internationales de défense des droits de l’homme, des organisations non gouvernementales, ainsi que la littérature spécialisée et les médias. Pour définir sa politique, le commissaire général ne se fonde donc pas exclusivement sur les COI Focus publiés sur le site du CGRA, qui ne traitent que de certains aspects particuliers de la situation du pays. Le fait qu’un COI Focus date d’un certain temps déjà ne signifie donc pas que la politique menée par le commissaire général ne soit plus d’actualité.

Pour examiner une demande d’asile, le commissaire général tient non seulement compte de la situation objective dans le pays d’origine à la date de la décision mais également de la situation individuelle et des circonstances personnelles du demandeur. Chaque demande d’asile est examinée au cas par cas. Le demandeur d’asile doit montrer de manière suffisamment concrète qu’il éprouve une crainte fondée de persécution ou court un risque réel d’atteintes graves. Il ne peut donc se contenter de renvoyer à la situation générale dans son pays mais doit également présenter des faits concrets et crédibles le concernant personnellement.

Pour ce pays, il n’y a pas une note de politique de traitement disponible sur le site Internet du CGRA.

Land: 
Venezuela