De veiligheidssituatie in Amhara

Französisch

Deze COI Focus maakt een stand van zaken op over de veiligheidssituatie in de regio Amhara in Ethiopië. Het onderzoek richt zich in het bijzonder op de periode van juli 2021 tot maart 2022, en maakt gebruik van cijfergegevens over geweldincidenten van januari 2021 tot februari 2022. Het onderzoek werd afgesloten op 5 mei 2022. Gebeurtenissen die in zich in april 2022 hebben voorgedaan, zijn in de mate van het mogelijke opgenomen in deze COI Focus.

In de regio Amhara krijgt de Amhara-afdeling van de regerende PP te maken met een populaire, ultranationalistische oppositie. Hierdoor ziet de APP zich in toenemende mate genoodzaakt om standpunten van deze oppositiebewegingen over te nemen om de eigen populariteit in de regio te verzekeren. Dit zorgt voor spanningen met andere regionale afdelingen van de PP, niet in het minste met de Oromo-afdeling, en voor een opleving van Amhara-irrendentisme, met geweld aan de grenzen van de regio tot gevolg. Tegelijkertijd vormen de Amhara een belangrijke machtsbasis voor de PP, wat premier Abiy Ahmed ertoe noopt om rekening te houden met hun eisen.

De spanningen tussen de APP en OPP nemen toe naarmate burgers aan beide zijden van de grenzen tussen de regio’s Amhara en Oromia het doelwit zijn van dodelijke aanvallen. De regionale regeringen beschuldigen elkaar van medeplichtigheid, onkunde of onwil om de veiligheid van burgers te garanderen. Amhara- en Oromo-milities nemen het recht in eigen handen, met burgerdoden in beide regio’s tot gevolg.

De Amhara Regional Forces en Amhara-milities zijn eveneens actief in de zone Metekel van de regio Benishangul-Gumuz en in al-Fashaga op de grens met buurland Soedan. 

Binnen de regio Amhara leveren de regionale veiligheidsdiensten en gelieerde milities strijd met Qemant-milities die meer autonomie eisen binnen de regio. De burgers bevinden er zich tussen beide gewapende partijen en zijn het grootste slachtoffer.

De uitbreiding van de vijandelijkheden in Tigray naar Amhara in juli 2021 heeft geleid tot honderden doden, vernietiging van eigendommen en de ontheemding van zo’n twee miljoen Amhara. Rapporten van nationale en internationale mensenrechtenorganisaties wijzen op mensenrechtenschendingen, moorden, vernielingen en wijdverbreid seksueel geweld door de TDF. Sinds de terugtrekking van de TDF naar de eigen regio in december 2021 is het geweld in de regio Amhara sterk teruggelopen.

Naast de federale en regionale veiligheids- en politiediensten, zijn heel wat milities en Fano-groepen actief in de regio Amhara. Daarnaast opereren er etnische milities, soms gelinkt aan etnische minderheden in Amhara, maar ook gewapende groepen van buiten de regio. De voornaamste zijn Qemant-milities, Oromo-milities en het OLA, en de TDF.

Voor de periode van 1 januari 2021 tot 28 februari 2022 noteert ACLED 458 incidenten en 2.784 dodelijke slachtoffers in de regio Amhara. Het merendeel van het geweld in Amhara vindt plaats na de uitbreiding van het conflict vanuit Tigray naar Amhara (en Afar) in juli 2021, tot de terugtrekking van de TDF naar de eigen regio in december 2021. In de periode van 1 juli 2021 tot 31 december 2021 registreert ACLED 391 incidenten met 2.185 dodelijke slachtoffers in de regio Amhara in Ethiopië. Afgezien van de vijandelijkheden tussen de ENDF en geallieerde Amhara-troepen enerzijds en de TDF en het OLA anderzijds, richten de geweldsactoren zich voornamelijk op burgers.

Het geweld in de periode van 1 januari 2021 tot 8 februari 2022 concentreert zich volgens de gegevens van ACLED voornamelijk in de zones Noord-Wello, Zuid-Wello, Special, Noord-Shewa, Zuid- en Noord-Gondar. Deze geografische concentratie wordt bepaald door de vijandelijkheden tussen de ENDF, de ASF en de TDF. In de eerste helft van 2021, voor de uitbreiding van de vijandelijkheden in Tigray, concentreert het geweld zich in het oosten van de regio, in de twee zones waar veel Oromo wonen, namelijk de zones Noord-Shewa en Oromo Special.

De verschillende conflicten in de regio dwingen mensen hun huizen te ontvluchten. De grootste groep ontheemden in de regio Amhara is toe te schrijven aan de uitbreiding van de vijandelijkheden in Tigray vanaf juli 2021. Door de relatieve kalmte in het conflict vanaf december 2021 in veel delen van Amhara beginnen IDP’s in januari 2022 terug te keren. Eind maart 2022 verblijven in Amhara ongeveer 400.000 IDP’s en anderhalf miljoen teruggekeerde ontheemden.

De vijandelijkheden hebben geleid tot bewegingsbeperkingen door het invoeren van avondklokken in grote steden, en hebben regio’s afgesneden van gezondheidszorg en onderwijs. Zo’n tien miljoen mensen in Amhara hebben eind april 2022 nood aan medische interventies. Honderden scholen zijn nog steeds gesloten, bijna honderd andere geven onderdak aan ontheemden en strijdkrachten, waardoor het onderwijs nog niet overal is hervat. De regionale staat van Amhara zegt dat alleen al in de regio 11,6 miljoen mensen voedselhulp nodig hebben.

Policy

La politique définie par le commissaire général se fonde sur une analyse approfondie d’informations récentes et détaillées sur la situation générale dans le pays. Ces informations ont été recueillies de manière professionnelle auprès de diverses sources objectives, dont le Bureau européen d’appui en matière d’asile, le Haut-Commissariat aux réfugiés des Nations unies, des organisations internationales de défense des droits de l’homme, des organisations non gouvernementales, ainsi que la littérature spécialisée et les médias. Pour définir sa politique, le commissaire général ne se fonde donc pas exclusivement sur les COI Focus publiés sur le site du CGRA, qui ne traitent que de certains aspects particuliers de la situation du pays. Le fait qu’un COI Focus date d’un certain temps déjà ne signifie donc pas que la politique menée par le commissaire général ne soit plus d’actualité.

Pour examiner une demande d’asile, le commissaire général tient non seulement compte de la situation objective dans le pays d’origine à la date de la décision mais également de la situation individuelle et des circonstances personnelles du demandeur. Chaque demande d’asile est examinée au cas par cas. Le demandeur d’asile doit montrer de manière suffisamment concrète qu’il éprouve une crainte fondée de persécution ou court un risque réel d’atteintes graves. Il ne peut donc se contenter de renvoyer à la situation générale dans son pays mais doit également présenter des faits concrets et crédibles le concernant personnellement.

Pour ce pays, il n’y a pas une note de politique de traitement disponible sur le site Internet du CGRA.

Land: 
Ethiopië