Algemene situatie

Französisch

Deze COI Focus geeft zicht op de actuele situatie in Noord-Macedonië. De informatie in deze COI Focus loopt tot en met 29 november 2022.

Dit document is een actualisering van de gelijknamige COI Focus van 13 augustus 2021. Sinds jaren volgt Cedoca de situatie in Noord-Macedonië op de voet. Informatie over de jaren vóór 2016 is, voor zover niet relevant, niet opgenomen in dit overzicht.

De aandacht gaat hierbij specifiek uit naar de rechtstoestand, de toepassing van de rechtsvoorschriften in het democratische stelsel, de politieke omstandigheden, de mate waarin vervolging of mishandeling voorkomen en er tegen eventuele vervolging of mishandeling bescherming geboden wordt.

Noord-Macedonië is een parlementaire democratie. De scheiding der machten is voorzien tussen de wetgevende macht, de uitvoerende macht (president en regering) en de gerechtelijke macht. De verkozen president is staatshoofd en opperbevelhebber van de strijdkrachten. De president kan éénmalig een veto stellen tegen door het parlement goedgekeurde wetgeving.

Etnische minderheden zijn vertegenwoordigd in het parlement. Sinds het Ohrid Framework Agreement is de Albanese minderheid via minstens één politieke partij ook permanent vertegenwoordigd in de regering zelf. Etno-nationalistische mobilisering door politiek actoren verhindert nog steeds de ontwikkeling van het land tot één gemeenschappelijke (natie-)staat voor alle burgers. Toch is de laatste jaren geen sprake meer van grote, gewelddadige etnische spanningen tussen de Slavische Macedoniërs en de etnische Albanezen.

Gezaghebbende bronnen brengen de staat van de democratie in Noord-Macedonië (net als in de andere landen van de westelijke Balkan) de laatste jaren in verband met het fenomeen state capture (het kapen van de staat). Hiermee wordt een sterke verwevenheid bedoeld tussen politieke en economische elites waarbij ook corruptie en georganiseerde misdaad een fundamentele rol spelen. Cliëntelistische netwerken tussen politici en burgers zijn diep doorgedrongen in alle geledingen van de samenleving. Het gevolg van deze verwevenheid is dat de politiek (op alle niveaus) uitgebreid kan tussenkomen bij het gerecht, de overheidsadministraties en de media.

Burgers in Noord-Macedonië beschikken over het recht om hun regering te kiezen via vrije, eerlijke, geheime en regelmatig georganiseerde verkiezingen (gebaseerd op algemeen en gelijk stemrecht). Deze verkiezingen kunnen ook effectief tot wissels aan de macht leiden. Zo is na de parlementsverkiezingen van 2017 een einde gekomen aan de jarenlange machtspositie van Nikola Gruevski van de VMRO-DPMNE. De regering wordt sindsdien geleid door de SDSM. Het algemene beeld hierbij is dat door de machtswissel een gevoel van echte electorale legitimiteit is teruggekeerd in het staatsbestel. De SDSM-regering heeft bovendien ook stappen gezet om het systeem van checks and balances, de democratie en de rechtsstaat te versterken. De burgermaatschappij krijgt nu een constructievere rol te spelen bij het beleid.

Onder de nieuwe regering is het land ook lid geworden van de NAVO en heeft het zijn huidige naam Noord-Macedonië verworven. Over deze thema’s is een groeiende polarisatie bij de bevolking tot uitdrukking gekomen. De sterke polarisering vertaalt zich in het parlement en het politieke debat. En, deze polarisering vormt ook het belangrijkste obstakel om te komen tot een verhoogde efficiëntie van de instellingen. Alle invloedrijke politieke actoren zijn wel de democratische instellingen steeds blijven aanvaarden en de oppositie is blijven deelnemen aan het politieke debat in het parlement. Na verlies voor de SDSM bij de lokale verkiezingen van 2021 is premier Zaev afgetreden ten voordele van zijn partijgenoot Dimitar Kovacevski.

De strijd tegen corruptie blijft één van de belangrijkste uitdagingen voor Noord-Macedonië. Er is een wetgevend en institutioneel raamwerk voor de strijd tegen corruptie voorzien en er is mettertijd een track record ontstaan qua preventie en vervolging. Een speciaal parket dat opgericht was om corruptie op het hoogste niveau aan te pakken is echter opgedoekt in de context van een corruptieschandaal bij de voorzitster zelf ervan. De implementering van strategische documenten en actieplannen verloopt moeizaam en er worden onvoldoende middelen hiertoe vrijgemaakt.

Noord-Macedonië is al in december 2005 kandidaat-lidstaat geworden van de EU. De start van de toetredingsonderhandelingen waren gekoppeld aan een aantal concrete belangrijke voorwaarden (substantiële vooruitgang bij de organisatie van verkiezingen en implementering van de dringende hervomingsprioriteiten). Uiteindelijk heeft de EU pas op 19 juli 2022 ingestemd met het openen van de toetredingsonderhandelingen.

De Noord-Macedonische Grondwet garandeert alle internationaal gangbare grondrechten voor elke burger. Noord-Macedonië heeft ook alle relevante internationale verdragen in verband met de mensenrechten onderschreven. Het wettelijke en institutionele kader voor de bescherming van deze grondrechten is en dan ook in grote mate in lijn met de Europese standaarden. Wel blijft de volledige implementering hiervan aangehouden inspanningen op het terrein vereisen. 

De veiligheidsdiensten van de overheid beschikken over het monopolie over het gebruik van geweld en zijn in staat om het hele grondgebied ook aan hun controle te onderwerpen. Er zijn dan ook geen georganiseerde, gewapende groepen meer die de legitimiteit over het staatsmonopolie voor geweld in vraag stellen. De implementering van het OFA, dat een vreedzame oplossing heeft geboden aan het gewapend interetnische conflict van 2001, heeft hier sterk toe bijgedragen. De burgerlijke overheden beschikken over de effectieve controle over de veiligheidsdiensten. Toch geniet de politie niet het volle vertrouwen bij de bevolking en wordt de dienst ook soms in verband gebracht met het gebruik van excessief geweld. Wie hierover een klacht heeft, kan hiermee terecht bij een aantal instanties (DICCIPS (of PSU), de Ombudsdienst en de PMU van het parket). Er is intussen ook een extern controlemechanisme op de politie (external Oversight Mechanism, EOM) in het leven geroepen.

De Grondwet voorziet in onafhankelijke rechtbanken die ondersteund worden door een autonome Raad van justitie. Burgers hebben ten allen tijde toegang tot deze rechtbanken om zaken aanhangig te maken die betrekking hebben op hun mensenrechten (zowel in straf-, burgerlijke, administratieve rechtbanken als in het Grondwettelijk Hof). Het recht op gratis juridische bijstand is hierbij voorzien en dit met een toepassing op quasi alle juridische kwesties. Alle gangbare rechten binnen een moderne rechtsstaat (onder meer het vermoeden van onschuld, recht op een eerlijk proces, recht om geïnformeerd te worden, recht op onderhoud met advocaat van eigen keuze, voor het publiek vrij toegankelijke rechtszaken, verbod op getuigenis of bekentenis onder dwang, …) zijn formeel verworven en het gerecht dwingt deze ook af. Ook beroep is altijd mogelijk, tot op het niveau van het EHRM. Algemeen gesproken schikt de regering zich naar de beslissingen van het gerecht.

Corruptie kan de rechten op een eerlijk proces evenwel in het gedrang brengen. Ook politieke beïnvloeding van parketmagistraten blijft een probleem. In de context hiervan is er een geloofwaardige strategie voor de hervorming van het gerecht met bijhorend actieplan opgezet waarbij de focus ligt op de Raad van justitie, de Raad van parketmagistraten, de Academie voor rechters en parketmagistraten. Daarnaast is er ook veel aandacht voor de implementering van informatie en communicatietechnologie. Deze hervormingen gaan traag vooruit.

Naast de wettelijke voorzieningen binnen de gewone rechtsgang zijn er ook nog andere onafhankelijke instellingen (in het bijzonder de Ombudsdienst) waartoe zowel burgers als ngo’s zich kunnen wenden en die eveneens waken over de bescherming van de mensenrechten. Het Nationaal Preventiemechanisme binnen de Ombudsdienst probeert bij voorbeeld actie te ondernemen tegen de slechte levensomstandigheden en de anachronistische behandeling van de gedetineerden.

Ook de burgermaatschappij draagt op belangrijke wijze bij tot het verzekeren van de bescherming van de mensen- en grondrechten. Organisaties uit de burgermaatschappij kunnen voor mensen uit kwetsbare groepen (Roma, slachtoffers van huiselijk geweld, LGBTI-personen, journalisten en activisten, ….) ongehinderd de toegang faciliteren tot de beschermingsmogelijkheden van politie en gerecht.

Policy

La politique définie par le commissaire général se fonde sur une analyse approfondie d’informations récentes et détaillées sur la situation générale dans le pays. Ces informations ont été recueillies de manière professionnelle auprès de diverses sources objectives, dont l’Agence de l’Union européenne pour l’asile (EUAA), le Haut-Commissariat aux réfugiés des Nations unies (HCR), des organisations internationales de défense des droits de l’homme, des organisations non gouvernementales, ainsi que la littérature spécialisée et les médias. Pour définir sa politique, le commissaire général ne se fonde donc pas exclusivement sur les COI Focus publiés sur le site du CGRA, qui ne traitent que de certains aspects particuliers de la situation du pays. Le fait qu’un COI Focus date d’un certain temps déjà ne signifie donc pas que la politique menée par le commissaire général ne soit plus d’actualité.

Pour examiner une demande d’asile, le commissaire général tient non seulement compte de la situation objective dans le pays d’origine à la date de la décision mais également de la situation individuelle et des circonstances personnelles du demandeur. Chaque demande d’asile est examinée au cas par cas. Le demandeur d’asile doit montrer de manière suffisamment concrète qu’il éprouve une crainte fondée de persécution ou court un risque réel d’atteintes graves. Il ne peut donc se contenter de renvoyer à la situation générale dans son pays mais doit également présenter des faits concrets et crédibles le concernant personnellement.

Pour ce pays, il n’y a pas une note de politique de traitement disponible sur le site Internet du CGRA.

Land: 
Noord-Macedonië