Hamas zocht in oktober 2022 toenadering tot Syrië waarmee er een einde kwam aan de jarenlange onenigheid tussen Syrië en Hamas. Desondanks bleef het wantrouwen ten opzichte van de organisatie bestaan. Iran, de bondgenoot van Syrië, steunt Hamas volop. Syrië houdt zich een jaar na de start van het Gaza-conflict in oktober 2023 nog steeds afzijdig en is niet uit op een confrontatie. Ook Rusland bemoeit zich niet met het Gaza-conflict. Het neemt een kritische houding aan ten opzichte van Israël maar heeft weinig invloed op de onderhandelingen. De Gaza-crisis, en de crisis in het Midden-Oosten in het algemeen, speelt in het voordeel van Poetin want ze houdt de aandacht weg van het conflict in Oekraïne.
De actoren die betrokken zijn bij het geweld in Syrië dat gelinkt is aan het Gaza-conflict zijn divers. Het gaat in eerste instantie om Iran en door Iran gesteunde groepen (zoals Hezbollah en de Islamic Resistance in Iraq (IRI)), de Amerikaanse troepen en het Israëlische leger. Het Syrische regime houdt zichzelf afzijdig maar hun stellingen worden af en toe aangevallen door het Israëlische leger.
In Noordoost-Syrië, in de provincies Hasaka en Deir Ezzor en op de Amerikaanse basis al-Tanf in Homs is het geweld tegen de aanwezige Amerikaanse troepen gestegen kort na de uitbraak van het Gaza-conflict. Dit vertaalde zich in een groter aantal aanvallen op Amerikaanse doelwitten, hoofdzakelijk uitgevoerd door Iran en aan Iran gelinkte milities (o.a. IRI en Hezbollah), en tegenaanvallen van de Amerikanen. De doelwitten zijn vooral militaire basissen en militaire infrastructuur. Meestal is er vooral materiële schade, maar Amerikaanse troepen en strijders zijn ook gewond geraakt in de herfst van 2023. Tussen begin februari 2024 en begin april 2024 is dergelijk geweld bijna gestopt en nu komt het nog sporadisch voor. Vanaf maart 2024 tot midden augustus 2024 blijkt dat er nog tien aanvallen waren op Amerikaanse doelwitten. Als er zich incidenten voordoen, zijn ze hoofdzakelijk gericht tegen de Global Coalition-basis dichtbij de Koniko-gasvelden in Deir Ezzor (70 %), op de militaire basis van al-Tanf (Homs) (10 %) en de luchtmachtbasis Kharab al-Jayr (20 %) in de provincie Hasaka. Bij de incidenten sinds maart 2024 vielen er volgens ACLED geen slachtoffers, noch militaire- noch burgerslachtoffers, of was het aantal slachtoffers onbekend.
Israël heeft sinds de start van het conflict de luchthaven van Damascus en Aleppo meerdere malen onder vuur genomen, waardoor de luchthavens tijdelijk onbruikbaar werden. Dit was echter niet nieuw en gebeurde ook al vóór het Gaza-conflict, maar kort erna werden de aanvallen op de luchthavens wel intensiever. Er vielen twee burgerdoden bij die aanvallen. Op basis van cijfers en informatie over de Israëlische aanvallen die plaatsvonden binnen Syrië in de periode van januari 2024 tot midden augustus blijkt dat er in die periode geen aanvallen meer geweest zijn op beide luchthavens. Op 29 maart 2024 is er wel sprake van een grootschalige Israëlische luchtaanval dichtbij de luchthaven van Aleppo, waarbij op twee locaties 53 slachtoffers vielen, onder wie 36 soldaten van het Syrische regime.
In de grensstreek tussen Israël en Zuid-Syrië zijn de grensoverschrijdende aanvallen sinds oktober 2023 frequenter dan voordien. De doelwitten zijn eveneens Iraanse groepen en door Iran gesteunde groepen, o.a. Hezbollah, wapendepots en –transporten, en het Syrische leger in Quneitra en Deraa. Bij de regionale verdeling van het geweld zien we vanaf mei 2024 een verschuiving, waarbij de grensstreek met Israël en de zuidelijke provincies van Syrië in de buurt van de Golanhoogten, nl. Quneitra, Deraa en Sweida nog nauwelijks aangevallen worden.
Vanaf 2024 waren er voor het eerst een aantal Israëlische aanvallen op de stad al-Qusayr (Homs), op stellingen van Hezbollah en het regime (10/01/24; 25 en 29/02/24) en een beperkt aantal aanvallen op residentiële woonwijken zoals Kafr Sousa (21/02/24) en Mazzeh (20/01/24) in Damascus, waarbij het vooral om Iraanse doelwitten ging. Op 1 april 2024 was er eveneens de aanval op het Iraans consulaat in Damascus. Er vielen bij al deze aanvallen een beperkt aantal burgerslachtoffers.
De meeste doelwitten van Israël liggen vanaf mei 2024 in de provincies Homs en Rif Damascus. Uit analyse van de incidenten in Homs blijkt dat ongeveer een derde van de aanvallen gebeurt door drones die auto’s of trucks viseren waarmee Hezbollahleden zich verplaatsen. De rest van de aanvallen zijn luchtaanvallen op stellingen van Hezbollah en pro-Iraanse milities. De stad die het meest geviseerd wordt is al-Qusayr, waar de steun voor Hezbollah sterk is. In Rif Damascus vonden er begin mei 2024 (2 en 9/05) twee luchtaanvallen plaats die het regime, pro-Iraanse stellingen en een gebouw van Hezbollah viseerden in Najhah en Sayyeda Zaynab. De naar schatting twintig slachtoffers waren leden van bovengenoemde doelwitten. De vijf overige incidenten in Rif Damascus waren kleinschaliger droneaanvallen en viseerden telkens voertuigen waarbij hooggeplaatste leden van Hezbollah werden gedood.
Een ander doelwit van Israël was de provincie Deir Ezzor, waar ten westen van de Eufraat zowel het regime als aan Iran gelinkte milities aanwezig zijn. Af en toe voerde Israël er luchtaanvallen uit op hun stellingen. Sinds mei 2024 tot midden augustus 2024 heeft Israël geen aanvallen meer uitgevoerd in deze provincie. De meeste burgerslachtoffers in Deir Ezzor zijn het gevolg van de conflicten tussen de Syrian Democratic Forces (SDF) en de Arabische stammen die plaatsvonden sinds augustus 2023 en voortduurden in 2024 maar geen link hebben met het conflict in Gaza.
Politique de traitement
Bientôt disponible.