De geraadpleegde bronnen wijzen uit dat de veiligheidssituatie in het land voornamelijk wordt beïnvloed door crimineel geweld afkomstig van georganiseerde gewapende criminele groeperingen. De situatie is de afgelopen jaren aanzienlijk verslechterd, waardoor Ecuador is getransformeerd van een van de veiligste landen in de regio tot het meest onveilige land in 2023.
Ecuador bevindt zich in een periode van politieke onrust, gekenmerkt door gespannen relaties binnen de regering, een verdeeld parlement en een aankomende verkiezingsstrijd.
De overbevolking in de gevangenissen, de gebrekkige staatscontrole hierop, de toegenomen corruptie, de versoepelingen van de wapenwetgeving, de toename van het geweld ten aanzien van gezagsdragers, de versplintering van de gewapende groeperingen en de diversificatie van hun illegale activiteiten dragen hier allemaal toe bij. Tot slot speelt ook de geografische ligging van het land een rol. Omgeven door de twee grootste coca-producenten Colombia en Peru werd het land een belangrijke doorgangsroute in de internationale drugshandel en trok het ook een variëteit van grote internationale drusgkartels aan, die allianties aangingen met de nationale en lokale misdaadorganisaties.
In 2023, onder druk van corruptiebeschuldigingen, organiseerde president Guillermo Lasso vervroegde presidentsverkiezingen. Op 9 augustus 2023 werd presidentskandidaat Fernando Villavicencio tijdens een campagnebijeenkomst in Quito vermoord door een gewapende man. Deze gebeurtenis wordt beschouwd als een indicatie dat het geweld een kritiek niveau heeft bereikt en is doorgedrongen tot de politieke sfeer. Begin 2024, kort na het aantreden van president Daniel Noboa, werd Ecuador geconfronteerd met een golf van crimineel geweld. In januari 2024 vonden diverse gevangenisopstanden plaats, met gijzelingen van personeel, moorden op politieagenten, ontsnappingen van criminele leiders en een gijzeling van televisiemedewerkers, die live werd uitgezonden. Deze gebeurtenissen leidden tot de afkondiging van een nationale noodsituatie, waarbij Noboa verklaarde dat Ecuador zich in een “intern gewapend conflict” bevond. Hij classificeerde 22 criminele organisaties als terroristische groeperingen en zette het leger in om de orde te herstellen.
Sindsdien is de noodtoestand meerdere malen verlengd, hoewel deze niet meer voor het hele grondgebied gold, maar beperkt bleef tot enkele specifieke provincies. De noodtoestand was ook niet meer gebaseerd op een gewapend conflict, omdat het Constitutioneel Hof deze kwalificatie niet aanvaardde. De meest recente verlenging van de noodtoestand, op 3 oktober 2024, geldt voor de provincies Guayas, Los Ríos, Manabí, Orellana, Santa Elena en El Oro, evenals voor de kantons Quito en Camilo Ponce Enríquez (Azuay). De avondklok blijft van kracht. Volgens de regering Noboa vonden tussen januari en oktober 2024 in totaal 4.959 moorden plaats, een daling van 18 % ten opzichte van dezelfde periode in 2023. Hoewel dit als een verbetering wordt beschouwd, blijft 2024 het op één na dodelijkste jaar in de geschiedenis van Ecuador, met hogere cijfers dan in 2022. Andere vormen van criminaliteit, zoals ontvoeringen en afpersing, zijn echter toegenomen. Ook rekrutering van minderjarigen nam de afgelopen jaren toe.
Uit de geraadpleegde bronnen blijkt dat de geografische verdeling van het crimineel geweld in Ecuador een duidelijke concentratie vertoont van geweldsmisdrijven in de kustgebieden, met name in de provincies Guayas, Esmeraldas, Los Ríos, El Oro, Santa Elena en Manabí en in de noordelijke provincies Orellana en Sucumbíos aan de grens met Colombia en Peru.
Het geweld is vooral gericht op rivaliserende bendeleden, met jonge mannen als de voornaamste slachtoffers. Lokale politici, presidentskandidaten, burgemeesters, openbare aanklagers, politieagenten en gevangenispersoneel worden echter ook regelmatig slachtoffer van geweld. De directeur van het Observatorio Ecuatoriano de Crimen Organizado (OECO), Renato Rivera, verklaarde in oktober 2024 dat Ecuador zich in een vroege fase van een “criminele opstand” bevindt, waarbij criminele groeperingen de staat actief destabiliseren om territoriale controle te verwerven. Ook inheemse gemeenschappen, mensenrechtenactivisten en journalisten worden steeds vaker het doelwit van criminele gewapende groeperingen. Uit een onderzoek van Gallup blijkt dat de Ecuadoraanse bevolking het hoogste gevoel van onveiligheid in de regio ervaart.
Politique de traitement
La politique définie par le commissaire général se fonde sur une analyse approfondie d’informations récentes et détaillées sur la situation générale dans le pays. Ces informations ont été recueillies de manière professionnelle auprès de diverses sources objectives, dont l’Agence de l’Union européenne pour l’asile (AUEA), le Haut-Commissariat aux réfugiés des Nations unies (HCR), des organisations internationales de défense des droits de l’homme, des organisations non gouvernementales, ainsi que la littérature spécialisée et les médias. Pour définir sa politique, le commissaire général ne se fonde donc pas exclusivement sur les COI Focus publiés sur le site du CGRA, qui ne traitent que de certains aspects particuliers de la situation du pays. Le fait qu’un COI Focus date d’un certain temps déjà ne signifie donc pas que la politique menée par le commissaire général ne soit plus d’actualité.
Pour examiner une demande d’asile, le commissaire général tient non seulement compte de la situation objective dans le pays d’origine à la date de la décision mais également de la situation individuelle et des circonstances personnelles du demandeur. Chaque demande d’asile est examinée au cas par cas. Le demandeur d’asile doit montrer de manière suffisamment concrète qu’il éprouve une crainte fondée de persécution ou court un risque réel d’atteintes graves. Il ne peut donc se contenter de renvoyer à la situation générale dans son pays mais doit également présenter des faits concrets et crédibles le concernant personnellement.
Pour ce pays, il n’y a pas de note de politique de traitement disponible sur le site Internet du CGRA.