Dit onderzoek maakt een stand van zaken op van de veiligheidssituatie in de Two Areas in Soedan. Het is een update van de gelijknamige COI Focus van 28 januari 2021, en richt zich in het bijzonder op de periode van 1 januari tot 31 december 2021. Het onderzoek werd afgesloten op 11 februari 2022.
De Two Areas vormen sinds 2011 het strijdtoneel van een gewapend conflict tussen enerzijds het Soedanese leger en regeringsgezinde milities en anderzijds de SPLM/A-N. De frontlinies zijn sinds de aanvang van het conflict nauwelijks veranderd. De SPLM/A-N controleert in Zuid-Kordofan onder meer het Nuba-gebergte en in Blauwe Nijl een territorium in het zuiden.
Na het regeringsoffensief van 2016 kondigen beide strijdende partijen een staakt-het-vuren af. Ondanks enkele kortstondige confrontaties vinden er geen openlijke vijandigheden meer plaats. Het aantal doden, inclusief burgerdoden, daalt sterk in 2017 en 2018. Een conflict tussen twee rivaliserende facties binnen de SPLM/A-N leidt in 2017 en 2018 tot dodelijke confrontaties. Verschillende bronnen beschuldigen het leger van een uitputtingsoorlog door landbouwgronden te treffen, de voedselvoorziening te ontregelen en burgers uit rebellengebied te verdrijven. NHRMO stelt in 2018 dat de systematische plundering van vee en land door het leger en gewapende milities, waarbij ook burgers gedood worden, de grootste bedreiging vormt voor de burgers in de Two Areas.
Op 11 april 2019 wordt voormalig president al-Bashir afgezet. Op 17 augustus 2019 ondertekenen de TMC en de FFC een grondwettelijke verklaring die de start aangeeft van een overgangsperiode waarin een soevereine overgangsraad de rol van staatshoofd vervult.
De SPLM/A-N-factie onder leiding van Malik Agar maakt deel uit van de rebellenalliantie SRF die op 3 oktober 2020 het Juba-vredesakkoord ondertekent. De SPLM/A-N El Hilu heeft zich teruggetrokken uit de vredesgesprekken. In maart 2021 bereiken El Hilu en de overgangsregering een basisakkoord voor verdere vredesonderhandelingen. De besprekingen worden midden juni 2021 opgeschort om verder intern overleg te plegen over controversiële kwesties.
De impact van de nationale politieke ontwikkelingen op de situatie in de Two Areas is beperkt. Geweld tussen gemeenschappen en geweld door gewapende bandieten en paramilitaire groepen blijven burgers treffen. HUDO hekelt het gebrek aan adequaat politieoptreden in de regio.
Op 25 oktober 2021 pleegt de legertop een coup. Sindsdien vinden in heel Soedan elke week meerdere prodemocratische betogingen plaats. De veiligheidsdiensten reageren met geweld. Op 24 januari 2022 staat het totale aantal demonstranten dat is gedood na de staatsgreep op 76.
Voor de periode van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2021 registreert ACLED 112 incidenten met 201 dodelijke slachtoffers in de staten Zuid-Kordofan en Blauwe Nijl. Behoudens negen gewelddadige incidenten in Blauwe Nijl, beperkt het geweld in de Two Areas zich tot de staat Zuid-Kordofan. De incidenten in Zuid-Kordofan situeren zich voornamelijk in de districten Ghadeer, Kadugli, Abu Jabayha, Delami, Delling en Abu Kershola. UNHCR telt 364.124 IDP’s in Zuid-Kordofan en 81.693 in Blauwe Nijl op 31 juli 2021.
Ondanks de vereenvoudigde administratie voor humanitaire hulporganisaties blijft toegang tot gebieden in Zuid-Kordofan en Blauwe Nijl die worden gecontroleerd door niet-statelijke gewapende groepen een uitdaging. Zware regenval en overstromingen, conflicten, een economische crisis en slechte infrastructuur belemmeren effectieve humanitaire operaties. De maatregelen om de verspreiding van de COVID-19-pandemie te voorkomen, hebben een aanzienlijke impact gehad op handel, levensonderhoud en arbeidsmogelijkheden en de werking van markten, wat de koopkracht en de toegang tot voedsel voor kwetsbare groepen moeilijker maakt. IDP’s in SPLM/A-N-gecontroleerde gebieden van Zuid-Kordofan krijgen daardoor mogelijks te maken met hogere voedselonzekerheid. De middelen voor gezondheidszorg en onderwijs schieten ernstig tekort in de regio en zijn daardoor voor velen ontoegankelijk. De bewegingsvrijheid van burgers lijdt onder een toename van geweld op de wegen in Zuid-Kordofan en stijgende spanningen op de grens met Ethiopië in Blauwe Nijl.
Politique de traitement
La politique définie par le commissaire général se fonde sur une analyse approfondie d’informations récentes et détaillées sur la situation générale dans le pays. Ces informations ont été recueillies de manière professionnelle auprès de diverses sources objectives, dont le Bureau européen d’appui en matière d’asile, le Haut-Commissariat aux réfugiés des Nations unies, des organisations internationales de défense des droits de l’homme, des organisations non gouvernementales, ainsi que la littérature spécialisée et les médias. Pour définir sa politique, le commissaire général ne se fonde donc pas exclusivement sur les COI Focus publiés sur le site du CGRA, qui ne traitent que de certains aspects particuliers de la situation du pays. Le fait qu’un COI Focus date d’un certain temps déjà ne signifie donc pas que la politique menée par le commissaire général ne soit plus d’actualité.
Pour examiner une demande d’asile, le commissaire général tient non seulement compte de la situation objective dans le pays d’origine à la date de la décision mais également de la situation individuelle et des circonstances personnelles du demandeur. Chaque demande d’asile est examinée au cas par cas. Le demandeur d’asile doit montrer de manière suffisamment concrète qu’il éprouve une crainte fondée de persécution ou court un risque réel d’atteintes graves. Il ne peut donc se contenter de renvoyer à la situation générale dans son pays mais doit également présenter des faits concrets et crédibles le concernant personnellement.
Pour ce pays, il n’y a pas une note de politique de traitement disponible sur le site Internet du CGRA.