Veiligheidssituatie in Mogadishu

Français

Dit onderzoek maakt een stand van zaken op over de veiligheidssituatie in de Somalische hoofdstad Mogadishu. Het richt zich in het bijzonder op de periode van 1 januari 2022 tot en met 30 juni 2022. Dit document is een update van de COI Focus van 28 februari 2022. Cedoca heeft het onderzoek afgesloten op 9 september 2022.

De veiligheidssituatie in Somalië blijft onstabiel. De terreurgroep AS wordt door verschillende bronnen, waaronder de VN-Veiligheidsraad, gezien als een ernstige bedreiging voor de vrede en veiligheid in het land. AS is de zichtbaarste bron van onveiligheid in Somalië maar niet de enige. Chronische conflicten tussen gemeenschappen en politieke conflicten blijven een belangrijk destabiliserend element. Volgens ACLED-gegevens vinden de meeste veiligheidsincidenten tijdens de verslagperiode plaats in de regio Banadir, gevolgd door Lower Shabelle en Lower Juba.

Het langdurig verkiezingsproces destabiliseert het politieke landschap en het veiligheidsklimaat. AS heeft hiervan geprofiteerd om zijn positie te versterken. De VN-Veiligheidsraad merkt op dat het verkiezingsproces tot meer aanvallen van AS leidt, vooral op locaties waar de parlementsverkiezingen plaatsvinden waaronder Mogadishu.

In Mogadishu beschrijft het aantal door ACLED geregistreerde geweldincidenten een stijgende lijn. Het geweld kent twee piekmomenten, namelijk februari 2022 en april 2022. De maanden voorafgaand aan respectievelijk de parlementaire (april 2022) en presidentiële verkiezingen (15 mei 2022). In vergelijking met de vorige verslagperiode zijn er gemiddeld meer door ACLED geregistreerde veiligheidsincidenten per maand in deze verslagperiode (56,8 per maand versus 42,7).

Mogadishu wordt tijdens de verslagperiode getroffen door schietincidenten tussen AS en de veiligheidsdiensten en de ATMIS-troepen van het Oegandese leger. ACLED registreert ook schietpartijen tussen legereenheden onderling, het leger en de politie (hierbij worden soms clanmilities ingezet) en door onbekende gewapende groepen. Daarnaast gebeuren er gerichte moorden met vuurwapens, terreuraanslagen met geïmproviseerde explosieven (vooral autobommen), granaat- en mortieraanvallen en aanslagen door AS-zelfmoordterroristen.

Een analyse van de door ACLED geregistreerde incidenten geeft aan dat er twee hoofdtypes van geweld zijn in Mogadishu in de verslagperiode: geweld door middel van vuurwapens (61 %) en granaten (26 %). Ze worden voornamelijk opgeëist door of toegeschreven aan AS. Wat de overige gebruikte explosieven betreft, registreert ACLED meer gewelddaden met IED’s dan met mortieren en zelfmoordbomgordels. Granaataanslagen tegen de veiligheidsdiensten leiden soms tot een vuurgevecht.

AS voert in Mogadishu gerichte moordaanslagen en terreuraanvallen uit op onder meer binnen- en buitenlandse overheidsambtenaren, de aanwezige veiligheidstroepen, verkiezingsafgevaardigden, clanoudsten en zakenlui, en dit onder meer in het zwaarbewaakte Halane-complex in de buurt van de internationale luchthaven, in hotels, politiebureaus, aan kruispunten, controleposten en overheidsgebouwen. De geraadpleegde bronnen registreren ook geweldincidenten van ISS zoals granaataanvallen.

Naast terreurgroepen zijn er ook nog andere actoren verantwoordelijk voor het geweld, zoals de Somalische veiligheidsdiensten (SNA, SPF, NISA), clanmilities en onbekende gewapende groepen.

Officiële cijfers over incidenten en (burger)slachtoffers in Mogadishu zijn niet beschikbaar. Burgers worden soms doelbewust (bijvoorbeeld personen werkzaam in de administratie en zakenlui) en soms als nevenschade (als passant bij een bomaanslag) slachtoffer van het geweld. Tijdens de verslagperiode registreert ACLED 73 incidenten als violence against civilians met 66 burgerdoden. Het geweld dat ACLED registreert onder explosions/remote violence maakt in de huidige verslagperiode 66 doden, waarvan de meerderheid burgers.

Verschillende bronnen waarschuwen dat de focus op het terreurgeweld in de hoofdstad andere vormen van geweld aan de aandacht onttrekt. Het is ook niet altijd duidelijk wie effectief verantwoordelijk is voor het geweld noch wat het motief is. Deze bronnen wijzen op het wanbeheer, de corruptie, de de slechte coördinatie binnen de veiligheidsdiensten en het gebrek aan civiele controle. Tijdens de ordehandhaving doen zich misbruiken voor. Er heerst een klimaat van straffeloosheid. AS is diep geïnfiltreerd in de veiligheidsdiensten, die er niet in slagen de burgerbevolking afdoende te beschermen tegen het (terreur)geweld. Bovendien heerst er een wantrouwen tegen deze diensten. Hierdoor staan burgers in voor hun eigen veiligheid en bescherming en beroepen ze zich op clanoudsten, invloedrijke zakenlui, milities, burgergroepen, religieuze autoriteiten, privémilities en AS. De clan van de Hawiye is dominant in de hoofdstad, voornamelijk de subclans van de Abgaal, Habar Gidir en Murasade, en enkel zij hebben milities actief in de hoofdstad. Somali van andere clans kunnen bescherming genieten van een lokale beschermheer. De clan waartoe een persoon behoort biedt geen bescherming tegen indirect geweld (“being at the wrong place at the wrong time”), tegen een aanval van een onbekende dader of tegen een aanslag van AS, aldus verschillende bronnen. Wel kan de clan als afschrikkingsmiddel dienen voor gewelddadige misdrijven.

Bepaalde hoofdstedelijke districten zijn veiliger dan andere. De geraadpleegde bronnen stellen dat de overheid in bepaalde districten in het noorden, in de periferie van de stad, nauwelijks of niet aanwezig is en bestempelen de districten Heliwaa, Yaaqshiid en Dayniile als onveilig. De meeste van de door ACLED geregistreerde gewelddaden vonden in de verslagperiode plaats in Dayniile, gevolgd door de districten Yaaqshiid Hodan en Dharkenley.

Eind juni 2022 schat UNHCR het aantal ontheemden in Somalië op 2,97 miljoen. Mogadishu kent de grootste concentratie van ontheemden in het hele land. Volgens de overheid woont een derde van het totaal aantal ontheemden in de hoofdstad. Ze leven verspreid over naar schatting 700 informele nederzettingen, samen met andere kwetsbare groepen: economische vluchtelingen en armen. Terugkeerders uit de diaspora, uit Kenia, Libië en Jemen, settelen zich ook meestal in de hoofdstad. Uit armoede en bij gebrek aan netwerk belanden sommigen onder hen in de IDP-nederzettingen. Somalië wordt geconfronteerd met de ergste droogte in 40 jaar tijd. Dit is de hoofdreden voor migratie van ontheemden binnen en naar de stad tijdens deze verslagperiode. Er zijn geen exacte cijfers voor Mogadishu maar naar schatting zijn tussen de 600.000 en 845.000 personen ontheemd. Zij leven in illegale, geïmproviseerde kampen, beheerd door privépersonen (gatekeepers), die zich nu steeds meer concentreren aan de rand van de stad, buiten het bereik van infrastructuur en basisvoorzieningen. In deze verslagperiode registreert UNHCR 245.000 nieuwe ontheemden naar en in de regio Banadir. De voornaamste reden is de droogte (217.000).

Mogadishu blijft de belangrijkst economische hub, ondanks de chronische onveiligheid. Sinds 2013 is de economische situatie gestaag aan het verbeteren maar de groeimarge is te klein om genoeg werk te voorzien voor de groeiende arbeidsbevolking. Het economisch herstel vertraagt, en de armoede vergroot, door natuurrampen (sprinkhanenplaag, overstromingen, droogte) en de gevolgen van de coronapandemie. De arbeidsmarkt is zeer beperkt. De meerderheid van de inwoners verdienen een inkomen via de informele economie. Het conflict tussen Rusland en Oekraïne en de droogte zorgen voor stijgende voedsel- en olieprijzen. Dagelijks komen nieuwe ontheemden, uit de door droogte geteisterde gebieden wat de druk op de schaarse hulpbronnen vergroot. Gezondheidszorg, onderwijs, huisvesting en dienstverlening in de hoofdstad zijn ondermaats.

De pandemie en de droogte treft ontheemden, die al in een kwetsbare positie zitten, zwaar. Ze lijden disproportioneel onder werkloosheid, de hoge voedsel- en olieprijzen en gebrek aan water, sanitaire voorzieningen en gezondheidszorg.

Politique de traitement

Depuis la chute du président Siad Barre en 1991, la Somalie est plongée dans le chaos. Plusieurs autorités de transition se sont succédé depuis l’an 2000. Dans les années 1990, le Somaliland et le Puntland ont acquis une indépendance de fait par rapport à l’Etat fédéral somalien. La situation sécuritaire au Somali est en grand partie déterminée par un conflit armé interne de longue durée en raison duquel un grand nombre de personnes ont été déplacées à l’intérieur du pays ou se sont réfugiées à l’étranger. Pour évaluer le besoin de protection internationale, le commissaire général tient compte du fait qu’il y a des différences fondamentales dans la situation à Mogadiscio, dans le centre et le sud de la Somalie, d’une part, et la situation au Puntland et au Somaliland, d’autre part.

Land: 
Somalie