Overzicht asielstatistieken 2010

In 2010 werden 19.941 asielaanvragen ingediend in België. Dit betekent een stijging van 16% in vergelijking met het jaar 2009, toen 17.186 aanvragen werden ingediend.

Dit cijfer bevestigt de stijgende tendens van het aantal asielaanvragen, die al werd waargenomen in 2009 (+ 40% tussen 2008 en 2009).

Deze statistieken worden meegedeeld door het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen (CGVS) op basis van de cijfers van registratie van de asielaanvragen door de Dienst Vreemdelingenzaken.

De stijging van de asielaanvragen was opnieuw vooral merkbaar tijdens de laatste vier maanden van 2010 (8086 aanvragen van september tot december, of 40% van het jaartotaal). «We stellen systematisch vast dat het aantal asielaanvragen ieder jaar duidelijk stijgt tijdens de laatste maanden van het jaar en vervolgens tijdens de daaropvolgende maanden daalt», zegt commissaris-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen Dirk Van den Bulck.

Ondanks deze stijgende tendens ligt het aantal asielaanvragen dat in 2010 in België werd ingediend nog altijd duidelijk veel lager dan dat van de recordjaren 1999 (35.778 aanvragen) en 2000 (42.691 aanvragen).

Van de 19.941 asielaanvragen die in 2010 in België werden ingediend, zijn er 3409 (hetzij 17% van het totaal) meervoudige aanvragen, d.w.z. aanvragen ingediend door personen voor wie er eerder al een beslissing werd genomen in het kader van een asielprocedure in België.

In 2010 waren de meeste asielzoekers afkomstig van Kosovo (1848 aanvragen), Irak (1769 aanvragen), Rusland (1526 aanvragen), Afghanistan (1411 aanvragen), Guinee (1398 aanvragen), Servië (1233 aanvragen), Macedonië (1082 aanvragen) en Armenië (986 aanvragen). De tendens die in 2009 werd waargenomen met betrekking tot de landen van herkomst, zet zich dus voort in 2010. «Enerzijds is een groot aantal asielzoekers afkomstig uit landen zoals Irak en Afghanistan, waar de veiligheidssituatie zeer problematisch blijft, en anderzijds is een groot aantal asielzoekers afkomstig uit landen zoals Armenië of de Balkan waar de verslechtering van de economische situatie bijdraagt tot de toename van de asielzoekers die uit die landen afkomstig zijn», stelt de commissaris-generaal vast.

Beslissingen

De Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) heeft 14.319 asielaanvragen aan het CGVS doorgegeven voor verder onderzoek. Een aanzienlijk gedeelte van alle geregistreerde asielaanvragen wordt dus niet door de DVZ aan het CGVS doorgegeven. Dit wordt verklaard door het feit dat de DVZ bevoegd is om een uitspraak te doen over bepaalde types aanvragen: aanvragen die onder de Dublinverordening vallen (bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor het onderzoeken van de asielaanvraag), meervoudige aanvragen waarvoor een aanvullend onderzoek niet gerechtvaardigd is wegens het gebrek aan nieuwe asielmotieven evenals aanvragen om afstand te doen van de asielaanvraag. Enkel de asielaanvragen die niet onder deze categorieën vallen, worden voor onderzoek doorgestuurd naar het CGVS.

In 2010 nam het CGVS 13.170 beslissingen, d.w.z. een stijging van bijna 35% in vergelijking met 2009.

Bescherming

21,4% van alle beslissingen die in 2010 door het CGVS werden genomen, waren positieve beslissingen (erkenning van de vluchtelingenstatus of de toekenning van de subsidiaire beschermingsstatus), wat een lichte daling betekent ten opzichte van 2009. «Deze lichte daling is echter geen daling», bevestigt Dirk Van den Bulck. «In 2010 hebben we immers een aanzienlijk aantal nieuwe beslissingen genomen na een intrekking ten gevolge van het cassatiearrest van de Raad van State van 28 mei 2009 (probleem van de bevoegdheid van de handtekening van de adjunct-commissarissen). Anderzijds hebben we een groot aantal dossiers behandeld van personen die afkomstig zijn uit landen zoals bijvoorbeeld Armenië, Macedonië of Servië; landen waarvoor het erkenningspercentage bijzonder laag ligt. Indien we geen rekening houden met deze landen en de ingetrokken beslissingen in het kader van het cassatiearrest, dan bedraagt het erkenningspercentage 36%. Voor landen zoals Afghanistan en Irak ligt het aantal positieve beslissingen respectievelijk zelfs op 60% en bijna 75%. Het CGVS vervult op die manier meer dan ooit zijn opdracht om bescherming te verlenen aan zij die er effectief nood aan hebben ».

In 2010 heeft het CGVS een beslissing tot erkenning van de vluchtelingenstatus genomen in 2107 asieldossiers (of 16% van het totale aantal beslissingen). De erkende personen waren voornamelijk afkomstig uit Guinee (268 beslissingen tot de erkenning van de vluchtelingenstatus), Irak (264 beslissingen), Afghanistan (252 beslissingen), China (vooral uit Tibet, 146 beslissingen) en Rusland (voornamelijk uit de gefederaliseerde republieken van de Noord-Kaukasus, 128 beslissingen).

In 2010 heeft het CGVS de subsidiaire beschermingsstatus toegekend in 711 gevallen (of 5,4% van het totale aantal beslissingen). De personen die in aanmerking kwamen voor de subsidiaire bescherming, waren voornamelijk afkomstig uit Irak (377 beslissingen tot toekenning van de subsidiaire beschermingsstatus), Afghanistan (252 beslissingen) en Somalië (31 beslissingen).

De meeste negatieve beslissingen worden genomen wanneer het CGVS, na een individueel en nauwgezet onderzoek, niet overtuigd is door de verklaringen van de asielzoeker betreffende zijn herkomst, zijn identiteit of de problemen die hij aanhaalt. De personen die een negatieve beslissing krijgen van het CGVS kunnen een beroep indienen bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen.

30 december 2010

Informatie over de asielprocedure op maat van de asielzoeker, vindt u op : asyluminbelgium.be.