Algemene situatie

English

Deze COI Focus Algemene situatie biedt een overzicht en analyse van de actuele situatie in Georgië (januari 2019 – half november 2023). De aandacht gaat hierbij specifiek uit naar de politieke situatie, het rechtssysteem, de implementatie van wetten, eventuele vervolging of mishandeling van personen met specifieke profielen (o.a. etnische en religieuze minderheden, LGBTI+, journalisten, activisten, politieke oppositie, gedetineerden…) en de mate waarin hiertegen bescherming geboden wordt. De situatie in de twee de facto onafhankelijke regio’s Zuid-Ossetië en Abchazië, die zich aan het gezag van de centrale Georgische autoriteiten onttrekken, wordt afzonderlijk besproken.

Deze COI Focus is een actualisering van de COI Focus Georgië. Algemene situatie van 16 januari 2023. Deze COI Focus geeft een zicht op de situatie tot en met 13 november 2023.

De Republiek Georgië is onafhankelijk sinds het uiteenvallen van de Sovjet-Unie in 1991. Sinds de presidentsverkiezingen van 2018 is Georgië niet langer een presidentiële, maar een parlementaire republiek. In dit systeem ligt de werkelijke macht bij de eerste minister en het parlement en is de rol van de president symbolisch.

Het land kent een meerpartijenstelsel sinds zijn onafhankelijkheid, maar in de praktijk bekleedt één politieke partij een machtspositie. Van 2003 tot en met 2012 is dat de United National Movement (UNM) onder leiding van de toenmalige president Mikheil Saakashvili. Na de overwinning van de Georgian Dream (GD)-coalitie in 2012 belandt de UNM in de oppositie. De GD-partij heeft verschillende jaren op rij een absolute meerderheid in het parlement, maar verliest in oktober 2022 haar meerderheidspositie wanneer vijf parlementsleden overstappen naar de partij People’s Power, een nieuwe partij met een antiwesterse agenda. Toch blijft de GD-partij steun genieten van People’s Power waardoor verschillende wetsvoorstellen in 2022-2023, net zoals in de jaren voordien, worden goedgekeurd zonder inspraak van de oppositie. Protestacties van de bevolking en reacties van EU-instanties op verschillende wetsvoorstellen voorgelegd in 2022-2023, kunnen verhinderen dat bepaalde wetten worden goedgekeurd of geven aanleiding tot bijsturing van een wetsontwerp.

Kort na de inval van Rusland in Oekraïne in februari 2022 dient Georgië net zoals Oekraïne en Moldavië een verzoek in om te mogen toetreden tot de EU. In juni 2022 krijgt Georgië te horen dat het twaalf aanbevelingen moet vervullen tegen de herfst van 2023 om in aanmerking te komen voor het kandidaat-lidmaatschap.  Een van deze aanbevelingen is werk maken van de-oligarchisering. Dit houdt in dat mensen met aanzienlijke vermogens niet langer invloed mogen uitoefenen op politieke processen. Een grondige hervorming van de rechterlijke macht en de garantie dat het rechtssysteem op alle niveaus onafhankelijk en onpartijdig is, is ook een van de aanbevelingen, net zoals het verzoek om een einde te maken aan de politieke verdeeldheid in het land. Om deze aanbevelingen waar te maken keurt het parlement in 2023 tal van wetswijzigingen goed. Op 8 november 2023 geeft de Europese Commissie (EC) een positief advies om Georgië de status van kandidaat-lid toe te kennen, mits enkele voorwaarden. De EC oordeelt dat drie van de twaalf aanbevelingen in november 2023 zijn vervuld: het promoten van gendergelijkheid en de strijd tegen geweld tegen vrouwen, het naleven van en actief rekening houden met vonnissen van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens en een transparante en onafhankelijke selectieprocedure voor de nieuwe Public Defender of ombudsman.

Internationale organisaties die Georgië monitoren spreken al enkele jaren van een “backslide of democracy”, gelet op de aanhoudende politieke spanningen en het uitblijven van hervormingen van het rechtssysteem. De definitie van “state capture” wordt eveneens gebruikt om de situatie in Georgië te beschrijven. Dat heeft te maken met de machtsconcentratie bij de GD-partij en de controle die ze uitoefent op het rechtswezen en de wethandhavingsinstanties. De blijvende invloed van GD-oprichter en miljardair Bidzina Ivanishvili vormt een ernstige hindernis voor het democratiseringsproces van het land. Ivanishvili bekleedt al jaren zelf geen politieke functies meer, maar oefent van achter de schermen controle uit over het land. Dat gebeurt door in verschillende overheidsinstanties, alsook in de rechterlijke en uitvoerende macht, mensen te benoemen die trouw zijn aan de GD-partij. De GD-partij gebruikt onder andere de staatsveiligheidsdienst om haar machtspositie te bestendigen. In het kader van de EU-aanbevelingen hebben de Georgische autoriteiten in september 2023 een actieplan inzake de-oligarchisering uitgewerkt. De EC roept op om dit plan uit te voeren zodat er een einde komt aan de verregaande beïnvloeding van het politieke, economische en publieke leven.

Verkiezingen gaan in Georgië traditioneel gepaard met spanningen tussen de regerende partij en oppositiepartijen, maar zijn over het algemeen competitief. Tijdens de campagne van de gemeenteraadsverkiezingen van oktober 2021 verspreiden GD-leiders, onder wie de eerste minister Irakli Garibashvili, haatdragende en beledigende boodschappen over de oppositie. Er zijn eveneens meldingen over personen die in de aanloop naar de verkiezingen zijn ontslagen of werden gedwongen ontslag te nemen omwille van politieke overtuigingen. Voornamelijk kandidaten voor oppositiepartijen ondervinden druk, maar ook kiezers kunnen tijdens de verkiezingsperiode benaderd worden om te stemmen op de regerende partij. Mensen die de oppositie openlijk steunen tijdens de verkiezingen, kunnen hierdoor problemen ondervinden. Zij die werkzaam zijn bij de overheid riskeren bijvoorbeeld hun werk te verliezen.

In 2019-2022 wordt het politieke klimaat in Georgië gekenmerkt door een opeenstapeling aan spanningen binnen en tussen politieke partijen, arrestaties van oppositieleiders en activisten, afluisterschandalen en antiregeringsbetogingen. De oorlog in Oekraïne leidt tot politieke spanningen en burgerprotesten, alsook tot een grote instroom van Russen. Meerdere tussenkomsten van internationale diplomaten in 2020 en 2021 kunnen de politieke impasse niet doorbreken.

In 2023 staat het toetredingsverzoek tot de EU centraal. Op verschillende initiatieven van de GD-partij in het kader van de EU-aanbevelingen komt kritiek van de oppositie, lokale ngo’s en de Commissie van Venetië, een adviesorgaan van de Raad van Europa. Het is vooral het wetsvoorstel inzake buitenlandse agenten dat in maart 2023 voor veel ophef zorgt. Ook de president staat niet achter dit voorstel en na herhaaldelijke kritiek van de president op het GD-beleid laaien de spanningen opnieuw op. Uiteindelijk start de GD-partij in september 2023 een afzettingsprocedure tegen de president omdat zij verschillende keren een verbod van de partij om naar Europa te reizen heeft genegeerd. Deze beslissing krijgt lokaal en internationaal veel kritiek. De GD-partij kan op onvoldoende stemmen rekenen in het parlement om de president af te zetten.

Naar aanleiding van tal van gebeurtenissen in 2019-2023 organiseren politieke partijen en burgerbewegingen regelmatig protestacties. De vrijheid van bijeenkomst wordt vaak gerespecteerd en in 2020-2023 faciliteert de politie verschillende betogingen met succes, maar in sommige situaties (voornamelijk in 2019) gebruikt de politie buitensporig geweld. Dat is ook het geval tijdens vreedzame protestacties tegen het wetsvoorstel inzake buitenlandse agenten begin maart 2023, wanneer de politie waterkanonnen en traangas inzet tegen de betogers om de protestactie uiteen te drijven. Onderzoek naar buitensporig politiegeweld kent volgens mensenrechtenorganisaties tekortkomingen. De bereidheid van de procureur-generaal om leden van de ordehandhaving daadwerkelijk te vervolgen ontbreekt. De politie arresteert regelmatig betogers omwille van kleinschalig hooliganisme en ongehoorzaamheid aan de politie, wat bestraft wordt met een administratieve boete of kortstondige detentie. Boetes voor administratieve overtredingen zijn fors opgetrokken in 2021, net zoals de duur van een administratieve detentie. Deze sancties hebben een ontradend effect en zijn een manier om protestacties de kop in te drukken. Tijdens LGBTI+-bijeenkomsten zet de politie volgens Amnesty International bewust onvoldoende middelen in om de veiligheid van de aanwezigen te garanderen. Op 8 juli 2023 kunnen haatgroepen ongehinderd de politie passeren en vernielingen aanbrengen op het festivalterrein van een LGBTI-evenement. In tegenstelling tot in 2021, toen homofobe groepen meer dan vijftig journalisten doelbewust hebben aangevallen, vallen er in 2023 geen gewonden. Meer dan twintig geweldplegers zijn in 2022 veroordeeld voor hun daden op 5 en 6 juli 2021, maar er is nog steeds geen onderzoek of gerechtelijke procedure opgestart in verband met de organisatie van het geweld of publieke oproepen tot geweld.

De politie is bereikbaar via het nummer 112 en treedt doorgaans op wanneer ze wordt gecontacteerd. Wanneer de politie vaststelt dat een klacht elementen van een misdrijf bevat, start ze een onderzoek. De politie maakt volgens verschillende lokale mensenrechtenorganisaties geen onderscheid op basis van politieke voorkeuren om bescherming te bieden, tenzij iemand hogerop dit heeft opgedragen. Wanneer een van de partijen in een interpersoonlijk conflict banden heeft met iemand bij de GD-partij of politiek gezien interessant is, kan dit de kans om bescherming te krijgen beïnvloeden.

Lokale mensenrechtenorganisaties monitoren politiek gemotiveerde aanklachten en rechtszaken en rapporteren hierover. Zij concluderen dat aanklachten en rechtszaken tegen vooraanstaande tegenstanders van de regering in de periode 2019-2022 erop wijzen dat het rechtswezen handelt in opdracht van de regerende partij. In 2023 is er voornamelijk een stijging van het aantal gerechtelijke procedures tegen vooraanstaande oppositiefiguren op basis van administratieve overtredingen tijdens protestacties. Verschillende strafzaken tegen hooggeplaatste oppositieleden, opgestart in 2019-2022, zijn in 2023 nog lopende, waaronder die tegen ex-president Mikheil Saakashvili en Nika Gvaramia, eigenaar van de kritische (aan de oppositie gelinkte) zender Mtavari Arkhi. Zowel lokale als internationale mensenrechtenorganisaties beschouwen het vonnis tegen Gvaramia als politiek gemotiveerd. De beslissing van de president om Nika Gvaramia in juni 2023 amnestie te verlenen wordt zowel lokaal als internationaal positief onthaald. De geraadpleegde bronnen vermelden geen vervolgingsfeiten tegen lager geplaatste politieke profielen, met uitzondering van intimidaties tijdens de lokale verkiezingen van 2021. Dit neemt niet weg dat geïsoleerde incidenten kunnen plaatsvinden, maar geeft wel aan dat er geen sprake is van systematische vervolging van oppositiefiguren of politieke activisten met lage profielen.

In de High Council of Justice (HCOJ), het hoogste controleorgaan binnen justitie dat o.a. instaat voor de benoeming van rechters, krijgt een invloedrijke groep rechters, de zogenaamde clan, steeds meer macht. De toenemende macht van deze invloedrijke groep in de HCOJ en hun band met de regerende partij vormen een belemmering voor de onafhankelijkheid van het rechtssysteem. De clan is in staat om rechtszaken te beïnvloeden via individuele rechters en via hun controle over het toebedelingssysteem van rechtszaken. Dit komt vooral voor in zaken waarin zij zelf of de autoriteiten een belang hebben. Een van de belangrijkste aanbevelingen van de Commissie van Venetië heeft betrekking op een grondige hervorming van de HCOJ. Hiertoe zijn nog geen stappen ondernomen.

Elke persoon die meent dat zijn rechten werden geschonden, kan zich wenden tot de rechtbanken en advocaat van zijn keuze. Burgers kunnen voor gratis juridisch advies terecht bij de Legal Aid Service. Deze dienst biedt ook gratis rechtsbijstand aan mensen die recht hebben op een sociale uitkering. Burgers kunnen voor rechtsbijstand of advies ook terecht bij de Public Defender en verschillende ngo’s die actief zijn op het gebied van mensenrechten. Hun tussenkomst kan ervoor zorgen dat een zaak beter wordt onderzocht. Volgens ngo’s is het recht op een eerlijk proces in het bijzonder niet gegarandeerd in enkele politiek gevoelige high profile zaken. De traagheid van de rechtsgang en een aanhoudend personeelstekort zijn bijkomende hindernissen in gerechtelijke procedures.

Corruptie op laag niveau (vb. smeergeld in ruil voor openbare diensten) wordt aangepakt en komt zelden voor, maar corruptie op hoog niveau blijft nagenoeg ongestraft. Dat is voornamelijk het geval wanneer personen die banden hebben met de regerende partij betrokken zijn. Na jaren zonder vooruitgang op het gebied van corruptiebestrijding is de oprichting van een anticorruptiebureau in 2023 een feit. Toch zijn er volgens lokale ngo’s tekortkomingen wat betreft de onafhankelijkheid en onderzoekbevoegdheden van deze nieuwe instantie. Daarnaast heeft Georgië zich in 2023 teruggetrokken uit de volgende monitoringronde van het anticorruptienetwerk van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO), wat vragen doet rijzen bij de toewijding van Georgië om anticorruptiehervormingen door te voeren.

Georgië heeft een antidiscriminatiewet die bescherming toekent tegen discriminatie op basis van ras, huidskleur, taal, geslacht, leeftijd, nationaliteit, etnische herkomst, handicap, politieke overtuigingen en seksuele geaardheid. De antidiscriminatiewetgeving vormt een belangrijke basis voor slachtoffers van discriminatie en ongelijkheid, maar de werkelijke toepassing ervan blijft een grote uitdaging. Daarnaast hebben discriminerende en haatdragende uitspraken van politici en publieke figuren (zoals leiders van de invloedrijke Georgisch Orthodoxe Kerk) een negatieve impact op de ontwikkeling van een tolerante en inclusieve maatschappij. De opkomst van extreemrechtse groepen sinds 2018 zorgt voor een toename van haatspraak tegen etnische minderheden en (verbale) agressie tegen de LGBTI+-gemeenschap.

De LGBTI+-gemeenschap is een van de kwetsbaarste groepen in Georgië. Zij worden in het dagelijkse leven op veel verschillende gebieden geconfronteerd met discriminatie, intimidatie, geweld en pesterijen. Voornamelijk transvrouwen en personen die zichtbaar afwijken van gendernormen, zoals opgelegd door de invloedrijke patriarchale Georgisch Orthodoxe Kerk, ondervinden problemen. Voor transvrouwen is het moeilijk om zich, vooral overdag, in het openbaar te verplaatsen. Verbale intimidatie van LGBTI+-personen komt vaak voor, voornamelijk in het openbaar vervoer. Het komt meestal niet tot fysiek geweld, aangezien de politie in dat geval optreedt. Wanneer het thema actueel is, zoals de periode rond de internationale dag tegen homofobie en transfobie en de Pride week, neemt fysieke en verbale agressie tegen LGBTI+-personen op openbare plaatsen toe. Agressieve homofobe incidenten zorgen voor een algemeen gevoel van onveiligheid bij de LGBTI+-gemeenschap. Gelet op de diepgewortelde homo- en transfobie in Georgië, ervaren LGBTI+-personen moeilijkheden om zich te outen. Het nachtleven wordt beschouwd als een veilige omgeving om andere LGBTI+-personen te ontmoeten. Geweld binnen de familie, vooral psychologisch, maar ook fysiek, is een realiteit voor veel LGBTI+-personen. De politie is over het algemeen toegankelijk, maar reageert vaak ongevoelig op LGBTI+-personen waardoor zij eerder hulp zoeken bij ngo’s dan bij de politie klacht in te dienen. De Georgische autoriteiten leveren inspanningen om beter om te gaan met haatmisdrijven door opleidingen te organiseren over dit type misdrijven en de identificatie van haatmotieven. Toch blijven er uitdagingen bestaan op het gebied van doeltreffendheid, voortgang en onpartijdigheid.

Er is vooruitgang wat betreft de kwaliteit van het onderzoek naar haatmisdrijven op grond van religieuze intolerantie. Ook de houding van politieagenten tegenover slachtoffers is verbeterd. Tekortkomingen in het onderzoek hebben te maken met doeltreffendheid en voortgang. Voornamelijk getuigen van Jehova zijn het slachtoffer van discriminatie en haatmisdrijven. Zij krijgen hoofdzakelijk te maken met inmenging in religieuze rituelen, beschadiging van gebedshuizen, eigendommen en religieuze literatuur, maar ook soms met fysiek geweld. Het aantal incidenten tegen getuigen van Jehova blijft afnemen, wat volgens de Public Defender het gevolg kan zijn van een wijzigende houding tegenover religieuze minderheden.

Georgië heeft een wettelijk kader met bijbehorende actieplannen om geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld te voorkomen en te bestrijden. Er bestaan eveneens beschermingsmaatregelen voor slachtoffers, zoals een contactverbod voor daders. Inbreuken op het contactverbod worden onvoldoende opgevolgd, maar de strafmaat voor dergelijke overtreding is wel opgetrokken. Sindsdien worden er minder overtredingen vastgesteld. Een noodlijn is 24 uur op 24 uur operatief en vluchthuizen hebben een beperkt aantal plaatsen voor vrouwen en hun minderjarige kinderen. Het beschikken over de status van slachtoffer is sinds december 2022 niet langer een vereiste om toegang te hebben tot vluchthuizen, psychologische hulp en rechtsbijstand. Het mensenrechtendepartement in het ministerie van Binnenlandse Zaken ziet erop toe dat onderzoek naar situaties van huiselijk geweld en geweld tegen vrouwen efficiënt verloopt, net zoals onderzoek naar misdrijven op grond van discriminatie en haat. Opleidingen over seksueel geweld voor onderzoekers, openbare aanklagers en rechters uiten zich in een toename van het aantal gerechtelijke procedures en veroordelingen. Toch blijven verwachtingen van procureurs en rechters rond bewijslast van seksueel geweld te streng. Politieagenten en rechters kunnen ongevoelig reageren op slachtoffers van huiselijk geweld. Wanneer de geweldplegers invloedrijke personen zijn, is er vaak een selectieve aanpak en moeten slachtoffers naar buiten treden alvorens de bevoegde instanties maatregelen treffen. Een vrijspraak van een publiek figuur in 2022 wordt beschouwd als een zorgwekkende precedent voor andere slachtoffers van huiselijk geweld.

Het medialandschap is pluralistisch, maar zeer gepolariseerd en partijdig. Voornamelijk tijdens de verkiezingen trachten politieke partijen (voornamelijk de GD-partij) het werk van journalisten en televisiezenders te beïnvloeden. Regeringsgezinde perskanalen domineren het medialandschap, maar er bestaan ook enkele onafhankelijke perskanalen die heel actief zijn. Sinds 2019 treden onderzoeksinstanties actief op tegen invloedrijke individuen die direct of indirect verbonden zijn met kritische (aan de oppositie gelinkte) perskanalen. In 2022 ontstaat er een tendens van rechtszaken tegen drie perskanalen die geassocieerd worden met de oppositie. Een opeenstapeling aan (vaak hoge) boetes brengt deze perskanalen in de financiële problemen waardoor hun voortbestaan bedreigd wordt. In 2023 wordt deze trend verdergezet en is er sprake van een toenemend aantal rechtszaken tegen vertegenwoordigers van kritische perskanalen wegens lasterlijke uitspraken. Het gerecht handelt smaadzaken tegen journalisten opvallend sneller af dan arbeidsgeschillen of zaken van geweld tegen journalisten. In de jaren voor 2020 is geweld tegen journalisten zeldzaam, maar in 2020-2023 zijn er meerdere gewelddadige incidenten tegen journalisten, waardoor ngo’s hun beklag doen over belemmeringen voor een vrije en veilige werkomgeving voor journalisten. Onderzoek naar dit soort incidenten kent tekortkomingen waardoor daders vaak ongestraft blijven.

De algemene omstandigheden in Georgische gevangenissen voldoen aan Europese normen. Overbevolking in combinatie met een personeelstekort blijft een probleem ondanks de inspanningen om dit aan te pakken. Geweld tussen gevangenen, criminele subculturen en informeel management zijn andere blijvende problemen in de gevangenissen. Marteling en onmenselijke of vernederende behandeling door leden van de ordehandhaving zijn de voorbije jaren niet langer een structureel probleem. Losstaande incidenten worden wel gerapporteerd, net zoals psychologisch geweld door gevangenispersoneel. Een doeltreffend onderzoek naar dergelijke feiten blijft een uitdaging. Wat de laatste jaren wel verergert is de behandeling van personen die gearresteerd worden op grond van administratieve overtredingen. Er zijn steeds meer klachten over disproportioneel geweld door de politie tijdens en na arrestaties. Sinds maart 2022 is de State Inspector’s Office vervangen door de Special Investigation Service (SIS) om machtsmisbruik en mishandeling door leden van de ordediensten te onderzoeken. Onderzoek van de SIS heeft geleid tot aanklachten tegen leden van de ordediensten die worden vervolgd wegens mishandeling en geweld. Er zijn bij het schrijven van deze COI Focus nog geen rapporten over het functioneren van deze nieuwe instantie.

Zuid-Ossetië en Abchazië onttrekken zich sinds twee afzonderlijke oorlogen in het begin van de jaren 1990 aan het gezag van de Georgische autoriteiten. De internationale gemeenschap erkent de onafhankelijkheid van deze twee gebieden niet (met uitzondering van enkele landen). In beide regio’s worden de de-facto-autoriteiten openlijk politiek en militair gesteund door Rusland. Na een opflakkering van geweld in Zuid-Ossetië in 2004 en een kortstondige oorlog in augustus 2008 (met tussenkomst van de Russische troepen) is er sprake van een bevroren conflict. Rusland markeert de grenzen tussen de twee separatistische regio’s en Georgië met omheiningen in prikkeldraad, grensborden en controleposten. Dit proces is nog steeds bezig en stuit op veel kritiek. Duizenden etnische Georgiërs hebben Abchazië en Zuid-Ossetië verlaten sinds het begin van het conflict. Zij die er zijn gebleven ervaren tal van moeilijkheden op verschillende vlakken (met eigendomsrechten, kiesrechten, toegang tot onderwijs in het Georgisch, verblijfsdocumenten, verplaatsingen naar Georgië,…). Op verschillende momenten in 2019-2021 zijn de grensposten in beide regio’s langdurig gesloten, onder andere omwille van het coronavirus. In Zuid-Ossetië zijn de grensposten in 2022-2023 nog steeds regelmatig dicht. Mensen woonachtig in de bezette gebieden worden zo afgesloten van gezondheidszorg, voedsel, pensioenen, werk en andere noodzakelijke diensten. Zij die de grens toch op illegale wijze oversteken, riskeren te worden aangehouden en veroordeeld tot het betalen van een boete en/of tot een kortstondige detentie.

Policy

The policy implemented by the Commissioner General is based on a thorough analysis of accurate and up-to-date information on the general situation in the country of origin. This information is collated in a professional manner from various, objective sources, including the EUAA, the UNHCR, relevant international human rights organisations, non-governmental organisations, professional literature and coverage in the media. When determining policy, the Commissioner General does not only examine the COI Focuses written by Cedoca and published on this website, as these deal with just one aspect of the general situation in the country of origin. The fact that a COI Focus could be out-of-date does not mean that the policy that is being implemented by the Commissioner General is no longer up-to-date.

When assessing an application for asylum, the Commissioner General not only considers the actual situation in the country of origin at the moment of decision-making, he also takes into account the individual situation and personal circumstances of the applicant for international protection. Every asylum application is examined individually. An applicant must comprehensively demonstrate that he has a well-founded fear of persecution or that there is a clear personal risk of serious harm. He cannot, therefore, simply refer back to the general conditions in his country, but must also present concrete, credible and personal facts.

There is no policy paper for this country available on the website.

Land: 
Georgia

Information about the asylum procedure, tailored to the asylum seeker, can be found at : asyluminbelgium.be.