Dit onderzoek buigt zich over de specifieke situatie van seksuele minderheden en transgenders in Colombia. Cedoca gebruikt in deze COI Focus de term seksuele minderheden en transgenders steeds in zijn geheel om de situatie voor deze groep personen te beschrijven. Indien er verschillende situaties worden vastgesteld voor enerzijds seksuele minderheden of anderzijds transgenders geeft Cedoca dit steeds duidelijk aan. Daar waar de bron zelf de term LGBT gebruikt, neemt Cedoca de terminologie van de bron consequent over. Deze COI Focus behandelt de periode januari 2015 tot september 2020 en bestaat uit drie delen. Het onderzoek werd afgesloten op 19 oktober 2020.
Colombia kende het afgelopen decennium een aantal belangrijke verwezenlijkingen wat betreft de toekenning van rechten en beschermingsmaatregelen aan seksuele minderheden en transgenders, via wetgeving en vonnissen, voornamelijk van het Grondwettelijk Hof. Deze verwezenlijkingen plaatsen Colombia bij de progressiefste landen in Latijns-Amerika, wat betreft wetgeving ten aanzien van gender en seksuele minderheden. Ook het vredesakkoord dat de autoriteiten in december 2016 ondertekenden met de FARC-EP bevat enkele passages die zich expliciet richten op gender. Deze aparte focus op vrouwen en seksuele minderheden maakte dit akkoord tot een van de inclusiefste vredesovereenkomsten ter wereld.
Ook naar beschermingsmogelijkheden toe werden verschillende maatregelen genomen die zich expliciet richten op seksuele minderheden en transgenders, zoals bijvoorbeeld de oprichting van het het Nationaal Bureau voor Dringende Zaken, MCU. Maar de verschillende geraadpleegde bronnen tonen eveneens aan dat de beschermingsmechanismen onvoldoende werken om geweld en discriminatie te voorkomen. Bovendien gaat het geweld tegen seksuele minderheden en transgenders gepaard met een hoge mate van straffeloosheid. Bronnen geven aan dat Colombia een sociaal-conservatief land is waar er, ondanks een progressieve wetgeving, in de praktijk nog veel discriminatie en stigmatisering aanwezig is. Uit de beschikbare informatie blijkt wel dat transgenders hier het meest door worden getroffen. Verschillende onderzoekers spreken van de “Colombiaanse paradox” omdat het land ondanks een zeer robuust institutioneel kader met verschillende sterke juridische verwezenlijkingen en een zeer actief maatschappelijk middenveld, nog steeds een hoog aantal geweldplegingen kent ten aanzien van seksuele minderheden en transgenders. Het behoort op dit vlak tot een van de meest gewelddadige landen van de regio.
Maar wat betreft het risico om te worden geconfronteerd met geweld en intimidatie bestaan er wel grote verschillen tussen het behoren tot een seksuele minderheid in Bogota of andere grote steden en kleinere steden of het platteland. Ook de Caraïbische regio in Colombia, die over het algemeen wat traditioneler is, kent hogere geweldcijfers ten aanzien van seksuele minderheden en transgenders. Daarnaast is het zo dat de illegale gewapende groeperingen en criminele organisaties seksueel geweld blijven gebruiken als middel tot intimidatie en als instrument voor territoriale en sociale controle. Dit geweld is ook gericht op de seksuele minderheden en transgenders, zo wijzen de verschillende bronnen uit. Seksuele minderheden en transgenders die wonen in deze gebieden met een hoge aanwezigheid van deze illegale gewapende groeperingen, worden hierdoor potentieel meer blootgesteld aan geweld.
Hoewel Colombia beschikt over een sterk juridisch kader om minderheden te beschermen kent het land de laatste jaren een verhoogde politieke deelname van conservatieve christelijk-evangelische kerken die via politieke weg een aantal van deze verwezenlijkingen willen teniet doen.
Politique de traitement
La politique définie par le commissaire général se fonde sur une analyse approfondie d’informations récentes et détaillées sur la situation générale dans le pays. Ces informations ont été recueillies de manière professionnelle auprès de diverses sources objectives, dont le Bureau européen d’appui en matière d’asile, le Haut-Commissariat aux réfugiés des Nations unies, des organisations internationales de défense des droits de l’homme, des organisations non gouvernementales, ainsi que la littérature spécialisée et les médias. Pour définir sa politique, le commissaire général ne se fonde donc pas exclusivement sur les COI Focus publiés sur le site du CGRA, qui ne traitent que de certains aspects particuliers de la situation du pays. Le fait qu’un COI Focus date d’un certain temps déjà ne signifie donc pas que la politique menée par le commissaire général ne soit plus d’actualité.
Pour examiner une demande d’asile, le commissaire général tient non seulement compte de la situation objective dans le pays d’origine à la date de la décision mais également de la situation individuelle et des circonstances personnelles du demandeur. Chaque demande d’asile est examinée au cas par cas. Le demandeur d’asile doit montrer de manière suffisamment concrète qu’il éprouve une crainte fondée de persécution ou court un risque réel d’atteintes graves. Il ne peut donc se contenter de renvoyer à la situation générale dans son pays mais doit également présenter des faits concrets et crédibles le concernant personnellement.
Pour ce pays, il n’y a pas une note de politique de traitement disponible sur le site Internet du CGRA.